Vraag 4: Welke documentaire heeft je bijzonder aangesproken en waarom?

Ik verkies de documentaire over William Kentridge. Wat vind ik zo bijzonder aan deze kunstenaar? Ik vertrek eerst van een morfologische beschrijving van één van zijn werken:

2 fragmenten van de Toverfluit die William Kentridge regisseerde

De Toverfluit (2005)
William Kentridge regisseerde de opera De Toverfluit en bracht daarmee de laatste opera van Wolfgang Amadeus Mozart in een hedendaags multimediale context.

Het is een voorstelling waarbij de houtskooltekeningen van Kentridge werden gebruikt als decor. De tekeningen komen wat grof en houterig over waardoor je heel duidelijk het gevoel krijgt dat het tekeningen zijn. De kunstenaar wou door zijn factuur en schriftuur duidelijk laten zien dat het om tekeningen in houtskool gaat die werden gefotografeerd en gemonteerd tot een animatiefilm.

De tekeningen zijn vermoedelijk op een “normaal” tekenformaat gemaakt en dan geprojecteerd op een formaat van ik schat 10 m op 10 m. Hierbij voeren de uitvergrote tekeningen een immense dramatiek toe aan de voorstelling. De kosmische tekeningen in deze voorstelling zijn duidelijk kaderontkennend. Je hebt het gevoel dat ze overgaan en eindeloos doorlopen in het zwart achter en naast de coulissen zelfs in de donkere ruimte rondom jezelf als toeschouwer.

De tekeningen zijn behoorlijk picturaal opgebouwd. Je hebt constant het vermoeden dat de afbeeldingen overgaan in de uitgegomde delen van de tekeningen, alsof ze een spoor achterlaten. De composities wisselen zich af van centraal zoals in het linker fragment naar assymetrisch in het rechter fragment. In de hele voorstelling is er in de tekeningen continu het gevoel van beweging, diepte en ruimte. Dit effect wordt vooral veroorzaakt door het contrast met de hoofdrolspelers die behoorlijk statisch en relatief klein tonen.

De opeenvolgende tekeningen benadrukken het licht en het donker van de inhoud van de voorstelling en zijn volledig zwart/wit. De enige kleur in de voorstelling zijn de kleuren van de hoofdrolspelers die hierdoor als realiteit een extra klemtoon krijgen.

De tekeningen geven een immense illusie van beweging. Het rechter fragment is een tekening waar de weggeveegde, uitgegomde stukken op het blad in deze uitvoering een ware storm, wervelwind-achtig gevoel opwekken. Een prachtig contrast met de hoofdrolspelers die volledig “windstil” blijven staan.

Door de zeer donkere kaderontkennende tekeningen die overgaan in het zwart van de zaal heb je het gevoel dat je in de voorstelling zit. Het creëert een sterke betrokkenheid en emotie van het publiek. (Dit effect heb je natuurlijk minder als je het bekijkt vanuit een gefilmde opname van de voorstelling dan als je het in realiteit in de zaal meemaakt.) Het geeft de toeschouwer constant afwisseling tussen de muziek, de performance van de uitvoerders en de achtergrondbeelden wat het geheel ook toegankelijker maakt voor de hedendaagse toeschouwer die gewoon is aan het snel “consumeren” van veel beeldmateriaal tegelijkertijd. Het maakt een mooi contrast tussen het zeer trage tempo van een opera die het voor een hedendaags publiek zo “moeilijk” maakt. Het geeft een ware multimediale sfeer aan een historische thema. De tekeningen ondersteunen de inhoud van de opera. De beelden voegen heel veel sfeer toe aan het geheel. De combinatie van de verschillende media geeft het publiek een totaal nieuwe beleving. Het nieuwe geheel heeft iets fris, vernieuwend maar toch toegankelijk. Ik kan me wel voorstellen dat klassieke operaliefhebbers dit niet onvoorwaardelijk als positief beschouwen. De animaties als achtergrond eisen toch iets meer aandacht op dan een klassiek decor die quasi 100% als ondersteuning dienen om de voorstelling en de muziek te ondersteunen en in het centrum van de voorstelling te plaatsen. Ofwel ben je ervoor gewonnen ofwel niet. Het laat je in elk geval niet ongevoelig. (Zie het persoverzicht van de uitvoering in de Munt in Brussel van 26 april 2005 ).

De tekeningen zelf zijn vrij figuratief, maar door de combinatie in de opera komen ze toch behoorlijk abstract, bevreemdend over. Het zijn als afbeeldingen van de gedachten van de hoofdpersonages.

Ik heb helaas de voorstelling niet gezien, en ik ken de eind 18de eeuwse opera van Mozart onvoldoende om de werken van Kentridge inhoudelijk erin te kunnen duiden. In het online fragment zie je dat Kentridge vooral afbeeldingen van het heelal heeft gebruikt om ruimtelijkheid en contrasten van donker en licht te beklemtonen. Hiermee geeft hij beeld en vorm aan het thema “Verlichting” van die tijd eind 18de, begin 19de eeuw..

Vanuit deze en nog een aantal van zijn werken is mijn interesse in de kunstenaar gegroeid. Wat vind ik zo boeiend aan zijn persoon en zijn werk?

Er wordt gezegd dat de animatiefilms van Kentridge een diepe nadruk nalaten bij de toeschouwer. Daar is hij alvast ook bij mij sterk in geslaagd. Hij maakt tekeningen van houtskool en pastel en legt die in verschillende stadia van het werk vast op film. Het unieke voor zijn techniek in die animatiefilms is dat hij steeds werkt op eenzelfde beeld die hij bijwerkt in tegenstelling tot de meest voor de hand liggende 2D animatietechnieken waarbij iedere keer van een nieuw beeld wordt gestart om ze dan na mekaar te laten zien. Hij werkt dus met verschillende stadia van 1 beeld, eerder in het verlengde van 3D animatietechnieken in bijvoorbeeld plasticine zoals gebruikt door de Artman studios. Het weggommen en bijtekenen laat hierbij zijn sporen na op de film en geeft het een heel speciale dimensie. Een soort herinnering vastgehouden door het papier, een impressie van het verleden. Het is een statisch beeld met een gevoel van beweging en tijd. Ik vind het echt knap hoe hij zo’n statisch beeld op die manier laat bewegen. Tot dit stadium vond ik zijn werk dus heel knap. Maar hij weet het nog niveaus verder te tillen.

Hij monteert deze beelden samen met muziek. Hij combineert deze animatiefilm als decors in (poppen)theatervoorstellingen of opera’s. Dit geeft zowel zijn animatiefilms als deze voorstellingen op zich opnieuw een totaal nieuwe dimensie. Een tekening die meestal op een beperkt formaat wordt getekend, wordt metersgroot geprojecteerd. Dat intimistische wordt opeens opgeblazen tot een kolossale dimensie wat het geheel nog veel meer dramatiek geeft. Ook het feit dat in principe alles kan worden getekend en dus als decor dienen maakt het ook zo speciaal. Fysische decors hebben altijd hun limiet met de zwaartekracht. Getekende decors gebaseerd op de illusie van diepte zijn daar totaal vrij van.

Het unieke vind ik dat hij de verschillende media perfect weet te integreren tot een hedendaags kunstwerk die het als geheel overstijgt. 1 + 1 is meer dan 2. En dat voel je aan zijn werk die zelfs al zijn ze 2D zoals zijn houtskooltekeningen, toch een sterke 3D suggestie uitstralen. Er zit een tijdsaspect in al zijn werk. Een statisch beeld zoals een houtstekening laat hij bewegen door die te combineren met filmische technieken. Hij overstijgt ieder medium op zich. Hij is een kunstenaar met een breed spectrum aan technieken, over disciplines heen en combineert ze tot een nieuw geheel.

Wat me vooral boeit aan de kunstenaar zelf is het feit dat het een persoon met inhoud is. De kunstenaar heeft Politieke en Afrikaanse studies gevolgd aangevuld met artistieke studies in theater, mime, film,… Hij is tegelijkertijd tekenaar, schilder, acteur en regisseur. Alle technieken die hij beheerst staan in functie van zijn doel, zijn boodschap, maatschappelijk geïnspireerd met soms vrij aggressieve inhoud maar steeds op een poëtische manier gebracht. Ze zijn niet echt rauw, afschuwwekkend, maar eerder filosofisch. Ze laten je stilstaan, erover nadenken, genuanceerd zonder echt confronterend, beoordelend over te komen. Hij wil dat we het blijven herinneren, niet met de bedoeling te beschuldigen, maar om eruit te leren en verder te gaan.

In zijn poëtisch werk komen zijn Zuidafrikaanse roots naar boven, maar hij gebruikt het thema apartheid niet als doel op zich maar weeft het rond zijn persoonlijke herinneringen, gebaseerd op zijn verleden als kind van 2 advocaten van apartheidsslachtoffers, heen. Voorbeelden daarvan zijn zijn “schuldige” landschappen. Landschappen die niet neutraal de omgeving weergeven maar er een betekenisvolle context aan toevoegen. Apartheid en de geschiedenis van Zuid-Afrika vormen een belangrijke context in zijn werk.