Vorige week voor kregen we in de academie onze tussentijdse evaluatie. De bedoeling is dat je je werk dat je dit jaar hebt gemaakt eens toont en hoort waar je moet bijsturen. Praktisch verloopt het zo dat je een selectie tentoonstelt en kort voorstelt wat je bedoeling is. Het lerarenkorps van de schildersrichting en de groep medestudenten komen je werk bekijken en becommentariëren.

Ik had mijn werk tentoongesteld in de gang. De andere studenten toonden alles vanop hun plaatsje in het atelier, maar ik sta daar zo benepen dat het echt niet lukte om 3 werken van 100X120 cm, 1 werk van 100X50cms en 1 werk van 100X100cm samen met mijn schetsmap en -boek te tonen. In de gang was gelukkig geen andere activiteit gepland dus daar kwamen ze mooi tot hun recht. Jammer genoeg ben ik vergeten een foto ervan te nemen.

Na 1 voorbereidend jaar en 4 jaar schilderkunst blijft dit toch nog altijd een spannend moment. Dit jaar was ik er iets geruster in. Ik had regelmatiger feedback gekregen tijdens het jaar en het e-atelier is ook een ideaal klankbord om te voelen of je in de goeie richting zit.

En wat is nu eigenlijk mijn bedoeling? Het is en blijft mijn doel mijn eigen wereld te kunnen creëren. Organisch, fantastisch, utopisch. Dit vergt echter heel veel geduld om dat te bouwen en te vinden. En zeker als ik het niet vind stijgt de frustratie. Hier heb ik nu een antwoord op gevonden door met een andere schildertechniek, nat in nat, acryl en met de vingers, en met onderwerpen die mij emotioneel doen loskomen een verhaal te kneden. Dit vergt heel veel energie. Zowel het uitdenken van het verhaal als het praktisch uitwerken. Door het loskomen van deze energie heb ik weer geduld om verder te werken aan de ruimtes. Tot nu toe voel ik me hier goed bij en ben tevreden met het resultaat. Maar wie weet kan ik die 2 stijlen nu dichter naar elkaar laten evolueren zodat ik een nieuw contrast in 1 werk krijg.

En hoe was de feedback? Het was… goed. Vorige keren kreeg ik meer te horen van: “het is goed, je experimentele werkmethode is goed, je tekeningen zijn sterk, maar het komt er nog niet uit. Er is teveel aarzeling, te weinig lef. Maar doe zo voort, het komt.” Deze keer leek het meer op “het is echt goed.” Ik heb in de laatste maanden blijkbaar toch die aarzeling eruit kunnen halen.

Een aantal notities uit de lerarenfeedback die een lieve collega student voor mij heeft genoteerd:
De stoel en de stier vonden ze:

  • interessant
  • de oerkracht in de stier heeft een mooi contrast met het zeteltje
  • het heeft een bepaalde inhoud
  • het geeft stemmingen weer
  • krachtig

Van de ruimtes vonden ze:

  • er komt beweging uit vanuit een calligrafische schriftuur door meer en meer je hele lichaam in grotere werken te gebruiken
  • je herhaalt je niet maar blijft herbronnen

Woaw, dat deed me deugd. Ik heb hen zelfs overtuigd om me meer ruimte te geven in het atelier. Volgende week verhuis ik.