4de jaar schilderkunst op de academie betekent sowieso ook het verplicht volgen van een cursus kunstgeschiedenis met een examen eraan verbonden. Voor mij was dit alvast geen straf. Ik heb ervan genoten van de eerste tot de laatste les.

De cursus werd gegeven door Fiorella Stinders, iemand die heel enthousiasmerend en boeiend die stof kan brengen. Ze heeft de cursus opgesplitst in 2 delen. Tijdens de eerste 5 lessen volgde ze het boek van Ad Vissers, Hardop Kijken.
Stap voor stap gingen we dieper in op de verschillende vorm- en beeldelementen van de beeldtaal:

  • twee- of driedimensioneel
  • materiaal, drager
  • textuur, factuur, schriftuur
  • formaat
  • kaderbevestigend of kaderontkennend
  • lineair of picturaal
  • compositie: symmetrisch, centraal, geometrisch, diagonaal, piramidaal,…
  • vorm en restvorm
  • graduele en contrapunctische ordonnantie
  • ruimte
  • licht
  • kleur
  • beweging
  • standpunt of plaatsing van het kunstwerk tegenover de toeschouwer
  • waarover gaat het inhoudelijk? Wat zie je?

Pas na het analyseren van al deze elementen en het opnieuw maken van alle keuzes die de kunstenaar zelf heeft gemaakt lees je de titel en plaats je het werk in een context en betekenisperspectief.

Dit is alvast een héél interessante techniek om eender welk kunstwerk, zonder enige achtergrondkennis van de kunstenaar of het werk, te kunnen “lezen” of “begrijpen.” Het vergt natuurlijk wel wat oefening want als je altijd alle aspecten moet overlopen neemt dat natuurlijk serieus wat tijd in beslag, tijd dat tijdens het bezoeken van een tentoonstelling toch altijd krap is.

In het tweede deel van de cursus konden we aan de hand van documentaires kennismaken met een hele reeks kunstenaars uit verschillende disciplines:

  • Richard Long: landart
  • Andy Goldsworthy: landart
  • Alexander Calder: installaties vooral met beweging
  • Andy Warhole: schilder
  • Guilbert and George: fotokunst
  • William Kentridge: tekenaar, schilder, acteur, regisseur
  • Peter Greenaway: schilder en filmkunstenaar
  • Bill Viola: videokunstenaar
  • Jan Fabre: verschillende disciplines zowel beeldend als podiumkusten
  • Marina Abramovic: performance
  • Anselm Kiefer: schilder

Een aantal kunstenaars kende ik al. De grootste ontdekkingen voor mij waren Calder, Guilbert en George, maar vooral Kentridge.

Als kers op de taart wordt het 4de jaar, die bekroond wordt met een diploma, afgerond met een examen waarin je onder andere de techniek van morfologisch benaderen van kunstwerken moet toepassen. In de volgende posts kan je de vragen en mijn antwoorden meelezen. Je mag me altijd helpen of corrigeren, maar voor alle duidelijkheid, ik heb het daarstraks doorgemaild, dus je hulp zal niet meer baten voor mijn punten 😉