Vraag 2: Bespreek 3 van de gegeven kunstwerken

Blue monochrome (IKB 82) Yves Klein
1959

Droog pigment in synthetische hars op doek op hardboard.

190 cm X 138 cm

Dit is een reproductie van een schilderij. We zien een egaal blauw vlak. Een 2 dimensioneel werk. Het gebruikte materiaal is droog pigment in synthetische hars op doek. Hoewel we het moeilijk op de reproductie kunnen zien is het schilderij bewust gemaakt zonder textuur, schriftuur, noch fractuur. De schilder wil dus dat de toeschouwer dit werk niet ziet als een schilderij, maar als een blauw vlak. Je ziet geen manipulatie van de verf, het is er gewoon in 1 egale volle laag.

Het formaat is vrij groot. Dit maakt het technisch ook extra moeilijk om het vlak zo egaal te maken. Hiervoor was dus een heel gerichte techniek nodig om te zorgen dat het volledig vlak kan getoond worden. Dit verklaart waarschijnlijk waarom de kunstenaar het werk niet heeft opgespannen zoals de meest voor de hand liggende manier van het presenteren van een doek. Hij koos ervoor om het doek op een plat, vast vlak, hardboard te verkleven. Dit garandeert een egale uitbelichting en verhindert dat er “gegolfde” effecten met verschillende toonkleuren verschijnen. Hij kiest resoluut voor “egaal” en sluit alle mogelijke factoren uit die dat kan in de weg staan.

Het werk is duidelijk kaderbevestigend. Het beeld stopt duidelijk met het kader. Tenzij je het zou presenteren op een eenzelfde kleur muur of kamer, maar dat heeft hij niet zo bedoeld. Het moet dus een blauw vlak zijn dat loopt tot de kader en daar stopt het.

Je kan het werk niet lineair of picturaal beschouwen. Het biedt geen informatie waardoor je die keuze kunt maken. Compositorisch heeft de kunstenaar gekozen om geen compositie te kiezen. Geen afleiding, enkel 1 vlak. Geen vorm of restvorm, geen diepte met graduele of contrapuntschee ordonnantie. Geen beweging. Hoe je je ook voor het schilderij beweegt, je blijft 1 plat vlak, een grote egale massa van hetzelfde zien. Geheel onrealistisch en desoriënterend.

De kunstenaar is heel bewust bezig geweest met licht. Licht zorgt immers voor schaduw wat een diepte suggereert. Doordat hij duidelijk een plat vlak ambieert moest hij dus alle vorm van diepte weghalen.

Hij koos voor 1 kleur: ultramarijn blauw. Geen contrast in kleur, kwaliteit, koud of warmte, expressie. Enkel 1 monochroom kleur. 1 duidelijke keuze die hij ook repeteert over verschillende andere van zijn werken, zowel schilderijen als sculpturen.

Zoals eerder gezegd, voor 1 plat vlak van hetzelfde kleur in dit formaat oogt dit werk waarschijnlijk zeer groot. Als je er op 1 meter vandaan staat, is je volledig gezichtsveld bijna gevuld met dit blauwe vlak. Dit moet een bepaald desoriënterend, duizelingwekkend effect geven aan de toeschouwer. Iets waardoor je tijd en ruimte en realiteit verliest.

De kunstenaar Yves Klein benadrukt met de titel “Monochrome Blue” in 1959 opnieuw dat ene schilderkundig element uit een hele reeks van mogelijkheden. Een héél extreme vorm van minimalisme. Enkel het minimum is aanwezig: een canvas, pigment. Al de rest zijn “weggewerkt.” Het is één van de duidelijkste werken rond abstractie.