In het SMAK hing vorige week ook het werk van Clemens Krauss: 17 + 4 Bodies. Dat vind ik nu eens frisse vernieuwende schilderkunst en dan nog van zo’n klassiek onderwerp als het menselijk lichaam.

Hierbij een beschrijving à la “Ad Vissers”.

Het was een installatie bestaande uit 17 en 4 zeer pasteuze olieverfschilderijen in een ruimte waarbij de witte muren als drager werden gebruikt. Je had dus niet het gevoel dat het 21 aparte schilderijtjes tegen een muur waren, maar 1 werk gemaakt op de muur. Het werk was in totaliteit op maat van de ruimte van ik schat 3 op 10 m gemaakt. De schilderijtjes zelf waren variërend van formaat van enkele centimeters hoog en breed tot enkele 10-tallen centimeters. De schriftuur van de schilder was heel duidelijk zichtbaar. Het was heel dik aangebracht, wel bijna 1 centimeter dik impasto geplamuurde textuur. Het gaf een grove, picturale uitstraling, zeker van dichtbij, maar van op een afstand kon je er heel duidelijk figuren in verschillende houdingen in herkennen. In het creatieproces moet hij zeker serieuze eigen lichamelijke inspanningen en houdingen moeten gebruikt hebben om dit te bekomen. Het resultaat is alvast heel boeiend om naar te kijken zowel van ver als van heel dichtbij. Je kreeg echt zin om te voelen. In de beschrijving van het werk was te lezen dat Krauss voor dit werk 50 kg olieverf had gebruikt. Het bizarre eraan vond ik dat je die olieverf helemaal niet kon ruiken.

Het was duidelijk kaderontkennend want de afbeeldingen, vormen gingen in de ruimte als restvorm over. De compositie was heel speciaal opgebouwd. Alle figuren hingen aan 2 van de 4 muren opgebouwd. Er was precies een interactie tussen hen te vinden. Je kon niet echt spreken van een centrale figuur. Het geheel en de interactie ertussen was eerder het onderwerp dan 1 figuur op zich. Meer nog, door het gebruik van de ruimtelijkheid en de impasto manier van schilderen krijg je een suggestie van beweging, alsof de figuren rond jou dansen met jezelf als centraal punt in de compositie.

De figuren waren aangebracht op een vlakke witte muur, maar door de variërende grootte en de positie van de figuren kreeg je toch een sterke suggestie van ruimtelijkheid tussen de figuren onderling. Zeker ook door de manier waarop de figuren waren “afgeknipt” kreeg je het gevoel dat de ene vanuit een vooraanzicht werd afgebeeld, terwijl anderen duidelijk vanuit de hoogte werden bekeken. Dat geeft je een soort zwevend gevoel.

De figuren werden niet afgebeeld met schaduwen wat een soort klinische, overbelichte sfeer opriep. Hij was behoorlijk contrastrijk in zijn kleurgebruik. Van dichtbij kon je echt zijn gebruik van een heel breed kleurenpallet zien die hij zeer puur gebruikte. Van ver interfereerden deze verschillende kleuren tot 1 geheel.

De titel van het werk, gemaakt in 2007 op maat van het museum, 17 + 4 Bodies benadrukt nog eens dat het over lichamen gaat. Niet direct mensen als individuen, niet een portret van 1 specifiek individu, maar lichamen in verschillende houdingen. Het heeft voor mij een wat hiphop, dus hedendaagse, uitstraling.

Alle beeldfacetten benadrukken dus het menselijk lichaam in al zijn bewegingen en houdingen. De vraag die je natuurlijk wel stelt is wat zal er gebeuren met het werk na de tentoonstelling. Dit kan niet blijven hangen, het kan ook niet afgenomen en bewaard worden. Je kan er niet omheen, het menselijk lichaam is dus ook gedoemd om te verdwijnen. Zo benadrukt hij ook duidelijk de vergankelijkheid van de mens. Het enige wat overblijft is de herinnering van de lichamen die je gezien hebt.

Conclusie: een staaltje van zeer sterke hedendaagse schilderkunst. Het is fris, vernieuwend, getuigt van heel veel zelfzekerheid en vaardigheid en een sterk concept. Clemens Krauss, Oostenrijker, geboren in 1979 en woont en werkt nu in Berlijn en Wenen, is voor mij dus zeker iemand om te blijven volgen.