Via een collega kreeg ik deze tip rond een interessante tentoonstelling in Aalst. In Aalst, dan nog. Wie dacht dat zij daar een museum hadden 😉

Het uitgangspunt van de tentoonstelling vind ik alvast boeiend:

“Wat kan de schilderkunstige afbeelding nog betekenen in een compleet in overdrive geschakelde gemediatiseerde informatiecultuur als de onze, waarin elk beeld dat op ons afkomt even betekenisloos als -vol kan zijn?”

Inderdaad, je moet eens observeren hoe snel mensen door een krant bladeren, een magazine opnemen, een museum bezoeken. Mensen van nu zijn gewoon aan héél veel beelden. Dat heeft de televisie ons geleerd. Wat kan een schilderij dan nog betekenen tussen dat overaanbod?

Ik heb hier zelf ook enkele jaren moeten op zoeken om hier een antwoord op te vinden. En ik ben nog steeds op zoek om het te maken. Ik heb het ondertussen al gevonden wat de meerwaarde kan zijn.

Een goed schilderij, dat moet je vasthouden, niet voor enkele seconden, maar voor enkele minuten of zelfs een uur. Het moet precies een film in zich houden. Je moet er kunnen blijven naar kijken, dag na dag. Mijn leraars hebben jaren nodig gehad om dit op mij over te brengen. Want wat is dat concreet? Heel moeilijk. Voor mij is dit een combinatie tussen het onderwerp, ruimte, en de techniek, niet 100% exact definiëerbaar maar de verf die het van mij overneemt.

Tot nu toe ben ik er nog maar enkele keren in geslaagd om dit te verwezenlijken, en ik zoek er nog iedere dag op. Waren het lucky shots, misschien wel, misschien niet. Een stuk wel, een stuk niet, dat geef ik eerlijk toe. Zonder dat stukje geluk kom je er niet. Maar dat stukje vind je maar door de controle volledig los te laten en over te laten aan de verf.

Misschien moet ik wel eens naar die tentoonstelling om te zien hoe die andere schilders dit invullen: Marcel BERLANGER (B) & Thomas HUYGHE (B) , Wolfgang ELLENRIEDER (D) & Karen TRUSSELLE (GB), Roland SCHIMMEL (NL) & Martijn SCHUPPERS (NL). Maar er is de laatste tijd zoveel interessants te zien overal.